Het stellen van de diagnose astma en/of COPD
Bij patiënten ouder dan 40 jaar is het niet altijd goed mogelijk onderscheid te maken tussen astma en COPD. Bovendien kunnen de aandoeningen samen voorkomen (ACO: Astma COPD Overlap).
Waarom is het lastig een eenduidige diagnose te stellen?
Bij astmapatiënten kunnen op middelbare leeftijd structurele veranderingen ontstaan, bijvoorbeeld door roken of door een langer bestaande onvoldoende behandelde ontsteking. Hierdoor krijgt de luchtwegvernauwing naast een reversibele ook een irreversibele component (astma met COPD-component of astma met persisterende obstructie). Overigens is bij ernstig astma, ook met een maximale behandeling, een irreversibele verandering van de luchtwegen niet altijd te voorkomen. Bij oudere patiënten met een voorgeschiedenis van astma kan sprake zijn van irreversibele verandering van de luchtwegen, omdat inhalatiecorticosteroïden (ICS) voor 1970 nog niet beschikbaar waren. Ook kan blijken dat patiënten die roken en vanaf hun 40e jaar klachten ontwikkelen astmakenmerken hebben, zoals aanwijzingen voor allergie of reversibiliteit (COPD met astmacomponent). Bij deze patiënten is de diagnose astma bepalend voor het verdere medicamenteuze beleid en de COPD-component voor het niet-medicamenteuze beleid. De aandoening die in de behandeling het meest op de voorgrond staat, wordt gehanteerd als hoofddiagnose.
Bron: Snoeck-Stroband JB, et al. NHG-Standaard COPD (derde herziening). Huisarts Wet 2015;58(4):198-211.
Waarom is een tijdige en juiste diagnose van belang?
Bij patiënten met astma en/of COPD wordt niet altijd een juiste diagnose gesteld, terwijl dit juist van groot belang is. Te laat diagnosticeren of een verkeerde diagnose kan verstrekkende gevolgen hebben voor de patiënt. Welke gevolgen heeft een onjuiste diagnose voor de patiënt? Wat maakt een juiste diagnose zo lastig? En wat kan helpen beter te diagnosticeren? In een interview deelt Esther Metting, onderzoeker aan het Universitair Medisch Centrum Groningen, haar inzichten en tips. Ze was bovendien betrokken bij de ontwikkeling van de IPCRG-desktophelper: een visuele beslisboom die ondersteunt bij het diagnosticeren van astma en/of COPD.
Lees artikel van Esther Metting
Verschillen tussen astma en COPD1
|
Astma |
COPD |
Belangrijkste risicofactor |
Atopie |
Roken |
Luchtwegobstructie |
Wisselend, in de regel reversibel |
Per definitie deels irreversibel |
Pathofysiologie |
Chronische ontsteking in alle luchtwegen, meestal gevoelig voor corticosteroïden |
Chronische ontsteking met name in de kleine luchtwegen, relatief ongevoelig voor corticosteroïden |
Leeftijd |
Alle leeftijden |
Meestal > 40 jaar |
Beloop |
Overwegend gunstig met variabele symptomen |
Overwegend chronisch met geleidelijk progressieve symptomen |
Allergologisch onderzoek |
Geïndiceerd |
Niet geïndiceerd |
Longfunctie |
Overwegend normaal (of met reversibele obstructie) |
Blijvend verminderd (irreversibele obstructie) |
Levensverwachting |
(Vrijwel) normaal bij optimale behandeling |
Verminderd, ook bij optimale behandeling |
Inhalatiecorticosteroïden (ICS) |
Meestal geïndiceerd, behalve bij weinig frequente klachten |
Niet geïndiceerd, behalve bij frequente exacerbaties |
Referenties:
1. Snoeck-Stroband JB, et al. NHG-Standaard COPD (derde herziening). Huisarts Wet 2015;58(4):198-211.